Print Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Treffers 1 t/m 50 van 512

      1 2 3 4 5 ... 11» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1 "Stamboom Drilsma": 13 Jun 1883

H. Hageman (mail 17-7-2007): Geboorteakte Leeuwarden, 1852
Aangiftedatum 11 februari 1852, akte nr. 89
Bertha van Gelder, geboren 10 februari 1852
Dochter van Isak Joseph van Gelder en Rachel Jonas Drielsma 
van Gelder, Bertha (I3145)
 
2 "Zijnde de namen zijner ouders onbekend", occupation: debitant bij de Staatsloterij
1811: Heijman Isac Cohen neemt den naam Heijmans aan voor zich en zijne kinderen. Hij ondertekent in het boek der naamaanneming " Isaac C. Heijmans" Komt in 1812 voor als debitant der Staatsloterij. 
Heijmans, Isaak (I5976)
 
3 'Den innocenten Jan Janszen, overleden 17 july 1748, begraven 20 dito,Clijn Dongen, op de Vaert, gealimenteerd door de diaconie.'), begr. op 20 jul 1748 (za) te Dongen.
Deze halfbroer van Lambert blijkt geestelijk niet in orde te zijn geweest, hij wordt als
'innocent' beschreven. Zijn ouders hebben daarom voorzieningen voor hem getroffen; in een akte van 1717 draagt zijn vaderJan aan deze zoon, die op dat moment 'Dry Jaaren' oud is, grond over envoorts neemt de 'Gereformeerde Diakonie Armen van Dongen' in ruil voorland en goederen de alimentatie van deze Johannes op zich. 
van Dongen, Johannes (I10535)
 
4 (Research):
https://www.bhic.nl/onderzoeken/forum/henderson-borstlap
--> Ted van Linden:

Ik ben gaan zoeken naar de motivatie om naar NL te vertrekken en het tijdpad, elk commentaar is welkom.

Vader, David Henderson, gedoopt 16 maart 1680 te Dunbarney, gehuwd 24 mei 1713 met Elspeth Fercharson te Bendochy.

Wilhelmus (Willem) Henderson, geboren xxxxxxx 1717 te Auchterarder, Perthire, Scotland, gedoopt op woensdag 25-8-1717 te Dunbarney, Perthshire, Scotland

Noot: 12 mijl te voet

Noot: Auchterarder is geplundert en platgebrand ten tijde van de strijd bij Sheriffmuir 13 november 1715 en nogmaals door de Jakobieten onder de Earl of Mar in 1716.

Noot: In 1717 ontstond een controverse in Auchterarder over de selectie van een "Parish Minister" als gevolg van een recent ingevoerd veto recht welke de parochianen toestond de gekozen minister, Rev Robert Young af te wijzen.
Mogelijk heeft dit ertoe geleid dat William in Dunbarney is gedoopt?

• 26 januari 1734 gehuwd met Jean Walker Henderson te Collessie en bakker te Perth

• In september 1745 aangesloten bij de Jakobieten.

Slag bij Prestonpans 21 september 1745, Fallkirk Muir 17 januari 1746 en Cullodden 16 april 1746.

• THE ORGANISATION OF THE JACOBITE 1745 – 1746, MCCann

Perthshire Horse, nucleus of this was raised in Perthshire by Lord Strathallan.
According to Lord Elcho, the Perthshire Horse eventually (1) totalled 130, and were commanded by Strathallan, as Colonel, (2) with the elder Oliphant of Gask as Lieutenant Colonel~

(2) This squadron were also known as the Horse Grenadiers or Kilmarnock's Horse, since on Strathallan's appointment to command at Perth during the invasion of England, cavalry command was given to Lord Kilmarnock.

Led by William Drummond, 4th Viscount Strathallan, the Perthshire Horse was the Jacobite Army's first cavalry unit. Consisting of just 36 gentlemen and their servants, the regiment's main role was to scout ahead of the army as it advanced into the Lowlands and cover their movements. As they rode towards Tranent on 20th September 1745 they were the first to spot the enemy army arriving on the plain below.

• No Quarter Given

The Muster Roll of Prince Charles Edward Stuart's Army, 1745– 46
EDITORS Alastair Livingstone of Bachuil, Christian W. H. Aikman and Betty Stuart Hart
FOREWORD Sir Donald Cameron of Lochiel, K.T.
INTRODUCTION Professor Bruce P. Lenman, St Andrews University
NEIL WILSON PUBLISHING. GLASGOW

William Henderson Perth page 56, Baker

* LORD STRATHALLAN'S HORSE, OR THE PERTHSHIRE SQUADRON IN THE ARMY OF PRINCE CHARLES EDWARD
A. McKenzie Annand
Journal of the Society for Army Historical Research
Vol. 57, No. 232 (WINTER 1979), pp. 223-236 (15 pages)
Published by: Society for Army Historical Research

7th February 1746 in the neighbourhood of Montrose retreating to Inverness.

The Viscount of Strathallan, Colonel
Gask Yr, Captain. Laurence Oliphant.

Gask Yr. His Troop:

William Henderson, Baiker* in Perth, Lieutenant

*Baiker comes from the ancient culture of the Anglo-Saxons. The name is derived from the Old English "baecere," meaning "baker".

• A list of persons concerned in The Rebellion in obedience to a general letter of the 7th of May 1746. Edinburgh. Scottish History Society 1890, Page 46

Name: William Henderson
Designations: Baxter
Abode: Perth
Parish: Perth
Acts of Rebellion and Circumstances: Was a lieutenant of the Rebels and seen in arms
Where they now are: Lurking (onopgemerkt aanwezig zijn)

Noot: Baxter is an Anglo-Saxon and Scottish name, originally from the English meaning "baker," from the early Middle English bakstere and the Old English bæcere.

• Petitions to the Magistrates of Perth B59/26/4/2
Title Petitions for reparations
Date 1746
Petitions to the Magistrates of Perth in Connection with the rebellion Petition of Jean Henderson, spouse to William. Henderson, baker, Perth, that he being tacksman of the postage of the packs and him joining the rebels in September 1745, there was no custom received since then, and she cannot pay these demands, her house having been plundered by the King's troops and she being left destitute.

• The 1747 Act of Indemnity pardoned most of those who participated in the Rising

• Zeeuws archief, "Robbert en Marthe", s'Lands gearmeerde sloep, William Henderson, bemmaningslid/matroos, 26 april 1747/25mei 1747

• Henderson Wilhelmus/William, afkomstig uit Schotland. In 1752 soldaat in het regiment van den Generaal-Majoor Thierry, Inf. Reg. 673b. 
Henderson, Wiliam (I1428)
 
5 (Research): Petitions to the Magistrates of Perth B59/26/4/2
Title Petitions for reparations
Date 1746
Petitions to the Magistrates of Perth in Connection with the rebellion Petition of Jean Henderson, spouse to William. Henderson, baker, Perth, that he being tacksman of the postage of the packs and him joining the rebels in September 1745, there was no custom received since then, and she cannot pay these demands, her house having been plundered by the King's troops and she being left destitute. 
Walker, Jean (I7087)
 
6 (Research):Betje Roos
Mozes van der Sluis trouwde op 14 juni 1916 met Betje Roos, een van de negen kinderen van Abraham Roos en Sara Frank. Het echtpaar kreeg twee kinderen: Salomon (geboren in 1917) en Sara, later Nanny genoemd (geboren in 1924). Het huwelijk van Mozes en Betje werd in 1928 ontbonden, waarna Mozes naar Apeldoorn vertrok. Betje bleef met haar twee kinderen en haar broer Emanuel (Manuel) Roos in Staphorst wonen: aan de Staphorsterweg (nu Werkhorst), in een woning in wat toen het Tuindorp werd genoemd. Tegenwoordig heet het Reestplantsoen. Manuel was in zijn jonge jaren werkzaam geweest op het kantoor van de firma Houwing in de Hoofdstraat, maar toen de oorlog uitbrak was hij vertegenwoordiger bij de specerijenhandel Hertzfeld uit Rotterdam. 
Roos, Betje (I1022)
 
7 (Research):Alternatieve geboortedatum 21 Apr 1904 Vaals Drielsma, Hans (I589)
 
8 (Research):Alternatieve geboortedatum 27 Jul 1907 Vaals Drielsma, Ferdinant (I591)
 
9 (Research):Alternatieve geboortedatum 28 Jan 1915 Vaals Drielsma, Else (I593)
 
10 (Research):Biografie 7 APR 2016
Over Rosalie Alida Mozes
Rosalie Alida Mozes was de directrice van het Israëlitisch Oudeliedengesticht Beth Zekenim. 
Mozes, Rosalie Alida (I1728)
 
11 (Research):Biografie27 JUNI 2017
Over Henderina van der Kaars en haar man Lodewijk Keizer
Door: Redactie Joods Monument
Henderina van der Kaars werd in 1856 in Gorredijk geboren als dochter van Eliazer Mozes van der Kaars en Hanna Jacoba van der Woude. Zij trouwde op 26 November 1887 in Leeuwarden met de 30-jarige koopman David Drielsma uit Leeuwarden, een zoon van Aron Jonas Drielsma en Kaatje Betje Visser. Op 15 Februari 1889 werd hun eerste kind levenloos geboren. In 1890 volgde hun dochter Kaatje Betje, die echter op 9 November 1918 in Leeuwarden overleed, 28 jaar oud. Hun derde kind Eliazer werd in de Sjoa vermoord. Henderina's echtgenoot David Drielsma overleed echter in Leeuwarden op 17 Februari 1892, slechts 34 jaar oud.

De toen 26-jarige weduwe Henderina Drielsma-van der Kaars hertrouwde op 4 Mei 1893 in Haarlem met Lodewijk Keizer, vleeschhouwer, eveneens 26 jaar, een zoon van Mozes Keizer en Debora van Kleef. Voor zover is nagegaan had dit echtpaar een dochter Hanna, geboren in 1897, die op 20 November 1922 in Schoten (Haarlem Noord) trouwde met Maurits van Thijn, 31 jaar, slager, geboren in Wageningen. Van hem is bekend dat hij op 16 November 1943 in Nijmegen is overleden. Hanna Keizer zelf heeft de oorlog overleefd.

Henderina Keizer-van der Kaars werd op 27 Februari 1943 in Kamp Westerbork geregistreerd. Zij verbleef met haar man Lodewijk Keizer in barak 70. Op de registratiekaart van de Joodse Raad zijn over Henderina de volgende aantekeningen gemaakt:

Op 21 Januari 1943is een verzoek om nadere informatie gestuurd van Kamp Westerbork aan het Joods Ziekenhuis in Zutphen aangaande de ziekte en de duur daarvan van Henderina Keizer-van der Kaars geboren 14-1-1856. Diezelfde datum kwam de gevraagde informatie binnen en luidde: Bovengenoemde Henderina Keizer van der Kaars is de vrouw van de betreffende Lodewijk Keizer. Zij lijdt aan ouderdomsgebreken, is bedlegerig en ligt achteruitgaande in het Joods Ziekenhuis in Zutphen. Waarop op 26 Januari 1943 de aantekening volgt: Dokters attest betreffende Henderina Keizer-van der Kaars waaruit blijkt dat de toestand achteruit gaat. Heeft voorlopig transportuitstel gekregen. Op 15 Februari 1943 is aantekening gemaakt van een bericht van de Joodse Ziekeninrichting Zutphen over toestand kamp. Waarop op 1 Maart de aantekening is gevolgd dat haar bagage op 28-2 naar barak 70 is gebracht.

Henderina is ondanks haar toestand toch 27 Februari naar Kamp Westerbork gestuurd, waar zij met haar man Lodewijk Keizer verbleef in barak 70. Op 2 Maart 1943 werden beiden op transport gesteld naar Auschwitz waar zij bij aankomst op 5 Maart 1943 onmiddellijk zijn vermoord.

Bronnen: website www.wiewaswie.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Lodewijk Keizer en informatie, verstrekt door Mevr. Marian Pijpstra-Cranenbroek uit Haarlem. 
van der Kaars, Henderina (I2000)
 
12 (Research):Biografie7 APRIL 2016
Over Grietje van der Sluis-Roos
Door: Redactie Joods Monument
Grietje Roos is getrouwd geweest met een Van der Sluis. Ze woonde met haar twee kinderen Alfred Roos en Harry Roos op de Burgemeester Tuteinlaan 3 in Apeldoorn. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 zijn de drie gezinsleden uit huis gehaald.
Gemeentearchief Apeldoorn; lijst van personen die in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 zijn opgehaald 
Roos, Grietje (I1036)
 
13 (Research):Biografie7 APRIL 2016
Over Harry Roos
Door: Redactie Joods Monument
Mozes van der Sluis en Grietje Roos trouwden op 26 februari 1943 in het kamp Westerbork. Bij de huwelijksvoltrekking verklaarde Mozes van der Sluis Harry Roos, zoon van Grietje Roos, te erkennen.
Register van huwelijksakten, opgesteld op de hulpsecretarie van de burgerlijke stand in het kamp Westerbork; archief van de gemeente Westerbork, opgenomen in het archief van de gemeente Midden-Drenthe te Beilen 
van der Sluis, Harry (I5092)
 
14 (Research):Biografie7 APRIL 2016
Over Levie Drielsma
Door: Redactie Joods Monument
Levie Drielsma was een zoon uit het eerste huwelijk van Hessel Drielsma. De Jong schrijft over 'gekke Lewie Drielsma': 'Deze jongen sprak nog geen tien woorden in een jaar. Maar zijn fluiten was het werk van een kunstenaar. Met een ongekende muzikaliteit floot hij al de grote opera's feilloos tot op de laatste maten: 'Rigoletto', 'Aïda', 'Cavaleria-Rusticana', 'Faust' van Gounod. Kortom het gehele genre van de klassieke opera. Als men in de Jodenbuurt 's morgens voor dag en dauw iemand hoorde fluiten, was het steevast 'gekke Lewie Drielsma', die dan uit Sjoel op weg was naar de ouderlijke woning'.
S. de Jong, Joods leven in de Friese hoofdstad 1920-1945. Voltooid verleden tijd (Leeuwarden, 1970) 30-31 
Drielsma, Levy (I3156)
 
15 (Research):Biografie7 APRIL 2016
Over Mozes van der Sluis
Door: Redactie Joods Monument
Mozes van der Sluis en Grietje Roos trouwden op 26 februari 1943 in het kamp Westerbork. Hij was eerder getrouwd geweest met Betje Roos; dit huwelijk is door echtscheiding ontbonden. Mozes, exportslager van beroep, was een zoon van de exportslager Salomon van der Sluis en de overleden Eva Roos. Grietje Roos, boekhoudster van beroep, was een dochter van Abraham Roos en Sara Frank, beiden overleden. Bij de huwelijksvoltrekking verklaarde Mozes van der Sluis twee kinderen van Grietje Roos te erkennen, te weten Alfred en Harry Roos.
Register van huwelijksakten, opgesteld op de hulpsecretarie van de burgerlijke stand in het kamp Westerbork; archief van de gemeente Westerbork, opgenomen in het archief van de gemeente Midden-Drenthe te Beilen

Verhaal30 JUNI 2018
In Memoriam
Door: Roeland Oudejans
Mozes van der Sluis wordt geboren in 1893, als zoon uit het huwelijk van koopman Salomon van der Sluis en Eva Roos. Naast Mozes krijgt het echtpaar nog vijf kinderen. Vier van hen overlijden als baby, allen slechts enkele dagen oud. Eén kindje wordt levenloos geboren. Mozes groeit op in zijn geboorteplaats Staphorst, samen met zijn zus Anna Roos-van der Sluis.

De moeder van Mozes overlijdt in februari 1941. De vader en zus van Mozes worden beiden op 8 oktober 1942 in Auschwitz omgebracht.

In juli 1899, hij is dan zes, verhuist Mozes met zijn ouders en zus van Staphorst naar Meppel. Hier wordt de vader van Mozes genoemd als vleeschhouwer, veehandelaar en later als commissionair in vee. Het gezin verhuist enkele keren binnen deze stad.

Op 14 juni 1916 trouwt Mozes met Betje Roos. De plechtigheid vindt plaats in Meppel. De akte noemt hem slager. Mozes Abraham Roos, de broer van Betje, is als getuige bij het huwelijk aanwezig.

Het echtpaar betrekt in Meppel een eigen woning, en in de jaren die volgen verhuizen zij enkele keren binnen de stad. Mozes wordt nu genoemd als veehandelaar. Het echtpaar krijgt in april 1917 een zoon, die de naam Salomon krijgt. In juli 1920 wordt het gezin compleet met de komst van dochter Sara, ook wel Nanny genoemd.

Mozes is in 1917 getuige bij het huwelijk van zijn zus.

In 1928 wordt de echtscheiding van Mozes en Betje door de rechtbank in Assen uitgesproken. Betje gaat inwonen bij haar broer, waar ook de kinderen verder opgroeien. Mozes verhuist een jaar voor de uitspraak naar Apeldoorn, waar hij zich vestigt op het adres: Bartelsweg 17. Hij wordt op dat moment in de krant genoemd als exportslager en krijgt gelijktijdig een telefoonnummer toegewezen: hij is te bereiken op telefoonnummer: 1177.

Grietje Roos wordt geboren in 1899, als dochter van koopman Abraham Roos en Sara Frank. Naast Grietje krijgt het echtpaar nog acht kinderen. Op het moment dat de oorlog uitbreekt, zijn vijf van hen nog in leven. Alleen zus Betje overleeft de oorlog.

De ouders van Grietje overlijden respectievelijk in 1930 en 1932.

Grietje blijft tot haar 26ste (1927) bij haar ouders wonen en is werkzaam als kantoorbediende. In april 1927 verhuist ze naar de Belgische stad Brussel. Rond de verhuizing van Mozes naar Apeldoorn verlaat Grietje Brussel en trekt in op het adres van Mozes - haar voormalige zwager. Mozes en Grietje krijgen een liefdesrelatie, het is onbekend gebleven of deze voor of na hun beider komst naar Apeldoorn is ontstaan. Het stel verhuist in oktober 1929 naar de Korteweg, waar Mozes een slagerij begint met de naam 'Gebroeders v.d. Sluis'.

Mozes adverteert af en toe in de lokale krant. Volgens eigen zeggen is het vlees dat hij aanbiedt uiterst goedkoop. Op een dag adverteert hij met 'voor de aanstaande feestdagen extra slachting van zware kalveren en eenige zware jonge koeien van onze bekende 1e kwaliteit'. Het bedrijf blijft niet lang bestaan, al in maart 1931 wordt het opgeheven.

Een jaar nadat het stel aan de Korteweg heeft gewoond, betrekt het een woning aan de Valkenberglaan. Op 21 januari 1931 wordt zoon Alfred geboren. Het gezin verhuist in maart 1934 naar de Tutein Noltheniuslaan, en gaan wonen in het huis met nummer 3. Op 2 februari 1939 wordt het gezin compleet met de geboorte van zoon Harry. Het gezin woont ondertussen aan de Tutein Noltheniuslaan, in het huis met nummer 3. Mozes en Grietje blijven in Apeldoorn als ongehuwden samenwonen, Mozes wordt wel in beide geboorteaktes als aangever genoemd.

Eind mei 1941, ruim een jaar na de overgave van Nederland aan nazi-Duitsland, maakt de bezetter een nieuwe verordening bekend: alle landbouwgrond die een Jood in bezit heeft, moet eerst worden aangegeven, en wordt aansluitend gedwongen verkocht (meestal aan boeren met aangrenzende stukken grond). Mozes heeft op dat moment in Meppel nog een stuk grond, dat door plaatselijke overheid wordt opgekocht. De verordening vermeldt dat de verkoop voor 1 september 1941 moet zijn afgerond, waarna de daadwerkelijke overdracht uiterlijk op 31 december 1941 moet plaatsvinden.

Naoorlogs onderzoek wijst uit dat de gemiddelde prijs per hectare op ongeveer 1.650 gulden lag. De grond van Mozes was schijnbaar om onbekende reden gunstig: hij krijgt voor 'slechts' 0,7 hectare maar liefst 5.600 gulden betaald.

Mozes wordt tussen 3 en 5 oktober 1942 in Kamp Westerbork geregistreerd. Hoewel er geen documenten zijn die zijn verblijf in het werkkamp bevestigen, is het wel aannemelijk dat hij heeft deelgenomen aan een werkverschaffingsproject. Aanwijzing hiervoor is de registratiedatum Westerbork, in combinatie met het feit dat Mozes niet op de lijst staat met namen van de Apeldoornse Joden die in dezelfde dagen uit hun huizen zijn gehaald. Grietje, Alfred en Harry staan wel op deze lijst, en worden samen met andere Joden in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 uit hun huis gehaald. Op deze wijze worden de gezinsleden door de nazi's in het doorgangskamp weer met elkaar herenigd.

De periode tussen 3 en 5 oktober 1942 is een chaotische periode in Kamp Westerbork, veroorzaakt door de circa tienduizend nieuwe Joden die, deels vanuit werkkampen in Nederland, worden geregistreerd. Iedereen krijgt dezelfde registratiedatum.

De naam van Mozes wordt op de registratiekaart van de Joodse Raad gekoppeld aan barak 84 en barak 55.

Het gezin verblijft zeven maanden in het doorgangskamp. In het doorgangskamp treedt het stel op 26 februari 1943 met elkaar in het huwelijk. Hierbij worden Alfred en Harry door Mozes erkend.

Op dinsdag 4 mei 1943 vertrekt vanuit het doorgangskamp transport 62, met 1.187 gedeporteerden, waaronder het gezin Van der Sluis-Roos. Het gezin komt op vrijdag 7 mei 1943 aan bij vernietigingskamp Sobibor, en wordt kort na aankomst in een van de gaskamers omgebracht.

Zoon Salomon, uit het eerste huwelijk van Mozes, wordt volgens het archief van Auschwitz op 6 september 1942 in Auschwitz omgebracht. Dochter Sara duikt samen met haar (hun) moeder, Betje, onder en overleeft op deze wijze de oorlog. 
van der Sluis, Mozes (I1017)
 
16 (Research):Geboortedatum in Bevolkingsregister 16-7-1814 Vermeulen, Dingena (I3414)
 
17 (Research):Geen bewijs gevonden dat Marinus de Oude haar vader is, echter indirecte aanwijzingen.
- Tweede naam Marinusse
- Haar naam Joppe is tevens de naam van de moeder van marinus
- Geboorte datum volgt kort na huwelijk Marinus en Grietje 
de Oude, Joppa Cornelisse (I10909)
 
18 (Research):Geen gezin met als vader een Joannes Vermeulen rond die jaren in Oosterhout.

Alleen die vorige Willem [Stephanus] Vermeulen en nog een andere Willem [Jacobus] Vermeulen. Deze laatste had ook zonen Joannes (1768), Jacobus (1758) en een Adrianus (1775). Deze laatste Adrianus te jong om te mogen 'peteren' in 1779 in Roosendaal bij de doop van een kind daar.

otr. 7.1.1758; getrouwd en trouwbrief gegeven.
Willem VERMEULEN, j.m. geb. te Oosterhout, wonende te Gouda
(zoon van Jacob Stevens V.)
Helena KLEIJKENS, j.d. geb. en won. te Oosterhout.
l. Jacobus 30.10.1758, Joannes Kleijkens, Cornelia Hendrickse Tack
2. Maria 16.11.1759, Joannes Klijkens, Cornelia Henrici Tack
3. Cornelia 12.1.176l, Adrianus Vermeulen, Maria van Gils
4. Elizabetha 19.12.1762, Laurentius Vermere, Elizabetha Clijkens
5. Agnes 22.9.1764, Arnoldus Kleijkens, Agnes Kleijkens
6. Jacoba 26.5.1766, Cornelius Koenen, Maria Vermeulen
7. Joannes Jacobus 20.2.1768, Barbara Deckers loco Joannes Jespers, Adriana
Kleijkens
8. Stephanus 9.2.1770, Henricus Tack, Henrica Vermeulen
9. Wilhelmus 12.6.1771, Joannes Jaspers, Apolonia Klijkens
10. Anna Catharina 13.7.1773;
11. Adrianus 13.8.1775;
12. Wilhelmus 21.12.1778 
Vermeulen, Wilhelmus Jacobs (I10388)
 
19 (Research):Gezin Mozes Abraham Roos
Door: Redactie Joods Monument
Mozes Abraham Roos was getrouwd met Anna van Leer. Het echtpaar had drie zonen: Leman, met de roepnaam Leo, Abraham met de roepnaam Bram en Hein Mozes, ook wel Broertje genoemd. Het gezin woonde in Meppel aan de Ezingerweg 54, naast de joodse exportslagerij van Van der Sluis, waar Mozes Abraham Roos werkte als slager.

De zoon Hein Mozes werkte als bediende in de kruidenierswinkel van Spijkerman aan de Gasgracht. Leman werkte na het doorlopen van de Ambachtsschool als kopersmid bij de firma Rijkeboer, die een loodgietersbedrijf had in de Kruisstraat in Meppel. Leman was een enthousiast voetballer bij de Meppeler sportvereniging MSC. Hij was ook lid van de joodse begrafenisvereniging Gemiloeth Chasadiem. Abraham was, evenals zijn vader, slager.

Mozes Abraham Roos moest zich op 20 juli 1942 melden in het werkkamp Orvelte. Een maand later moesten de drie zonen zich melden in het werkkamp Linde in de gemeente Zuidwolde. Vandaar zijn ze naar Westerbork overgebracht. Leman en Hein Mozes werden op 24 augustus 1942 naar Auschwitz op transport gesteld.
Mozes Abraham en zijn vrouw Anna zijn op 30 oktober 1942 vanuit Westerbork naar Auschwitz op transport gesteld.
Th. Rinsema, 'Vermoord en vergeten', Oud Meppel. Mededelingenblad van de Stichting Oud Meppel jrg 24 (2002) nr 3, 24-30 
Roos, Mozes Abraham (I1028)
 
20 (Research):Hij werd op 4-6-1942 van huis afgehaald in de Vliegwielstraat 55 te Rijswijk. Daarna op transport gezet naar Amersfoort (lijs 0160) en van daar naar Auschwitz. Blijkbaar waren zijn vrouw Therese van der Sluis-Drielsma (Valle 22-9-1909) en zoontje Izaak (1936) op dat moment niet thuis. Direkt na de oorlog wist de heer A. Jacobs van de Ottoburgstraat 2 te Rijswijk dat beiden ondergedoken waren in Maastricht. Moeder en zoon duiken daar inderdaad op. (bron: Joods monument) van der Sluis, Mozes Levy (I553)
 
21 (Research):Over Alfred Roos
Door: Redactie Joods Monument
Mozes van der Sluis en Grietje Roos trouwden op 26 februari 1943 in het kamp Westerbork. Bij de huwelijksvoltrekking verklaarde Mozes van der Sluis Alfred Roos, zoon van Grietje Roos, te erkennen.
Register van huwelijksakten, opgesteld op de hulpsecretarie van de burgerlijke stand in het kamp Westerbork; archief van de gemeente Westerbork, opgenomen in het archief van de gemeente Midden-Drenthe te Beilen 
van der Sluis, Alfred (I761)
 
22 (Research):Salomon van der Sluis was een zoon van Mozes van der Sluis en Sientje Godfried. Hij was sinds 1941 weduwnaar van Eva Roos. Het echtpaar had twee kinderen.
Salomon van der Sluis had een exportslagerij, die aanvankelijk in de Woldstraat te Meppel gevestigd was. Toen deze locatie te klein werd, verhuisde het bedrijf naar de Ezingerweg 28.
In 1942 werd hij op non-actief gesteld en in september 1942 diende hij zijn huis aan de Woldstraat 76 te verlaten, omdat dit gevorderd was door de Wehrmacht. Salomon van der Sluis trok in bij zijn dochter en haar gezin, op de Woldstraat 6.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werd hij opgehaald en naar Westerbork gebracht, samen met zijn familie (bron: Joods monument). 
van der Sluis, Salomon (I672)
 
23 (Research):See attached sources. Hartog, Sara (I781)
 
24 (Research):See attached sources. van Arsha, Rachel Jacob (I811)
 
25 (Research):See attached sources. David, Sipora Shifra (I1315)
 
26 (Research):See attached sources. Witmond Prins, Samuel Nathan (I1318)
 
27 (Research):See attached sources. David, Shifra (I1319)
 
28 (Research):See attached sources. Prins, Philip Peis Nathan (I1320)
 
29 (Research):See attached sources. Witmond Prins, Rebecca Abraham (I1329)
 
30 (Research):Verhaal11 APRIL 2015
Mariana Gaarkeuken-Keizer
Door: Marie-José Keijzers
Mariana is dochter van Nathan Philip Keizer en Judik Dwingersma. Ze trouwde 13 oktober 1891 met Wolf Gaarkeuken (Haarlem, 8 maart 1867).

Kinderen

Judik, 21 november 1892 Haarlem
Roosje, 31 december 1893 Haarlem
Sara, 12 april 1895 Haarlem
Machiel, 11 januari 1903 Haarlem

(mogelijk staan niet alle kinderen vermeld)

Bron SAA archiefkaart Wolf Gaarkeuken 8-3-18678 en wiewaswie.nl (huwelijk Wolf Gaarkeuken) 
Keizer, Marianne (I3126)
 
31 (Research):Verhaal12 FEBRUARI 2018
Josephina Jacobs-Kater
Door: Robby
Josephina was de moeder van Esther Drilsma-Jacobs en weduwe van Gabriël Jacobs (Brielle, 17-1-1860 – Amsterdam, 21-4-1931). Met hem had ze ook nog een zoon, Hartog (Amsterdam, 12-9-1906 – Amsterdam, 22-6-1977). Josephina kwam op 25 april 1935 vanuit Amsterdam naar Zaandam. Ze woonde 3,5 jaar op de Gedempte Gracht 10b en verhuisde op de laatste dag van 1938 naar de Prins Hendrikkade 7. Op 20 februari 1941 betrok ze een kamer aan de Burcht 4, de kleine woning van Marigje Bouter. Zij was verloskundige in het gereformeerde Rust- en Verpleeghuis Spes Viva aan de Oostzijde.

Na de verdrijving uit Zaandam woonde Josephina Jacobs korte tijd in de Amsterdamse Majubastraat 59 II. Adolphina Drilsma is in Beverwijk ondergedoken, bij de familie Van der Hoorn. Josephina Jacobs werd in het najaar van 1942 opgepakt bij een razzia in Amsterdam en vervolgens afgevoerd naar Westerbork.

Josephina Jacobs-Kater en Adolphina kwamen op 5 maart 1943 in Sobibór door vergassing om het leven. Josephina was toen 71 jaar, Adolphina 6. Onderduikgever Leonardus Hendrikus Martinus van der Hoorn kwam na een kort verhoor op het plaatselijk politiebureau weer vrij.

Het transport van 2 maart uit Westerbork was het eerste dat naar het als vakantieoord vermomde Sobibór ging. Van begin maart tot eind juli 1943 was het kamp Auschwitz-Birkenau niet beschikbaar. De treinen uit Westerbork kregen daarom een andere bestemming en reden door naar het Poolse Sobibór. Daar werd zo goed als alleen voor de zogenaamde Seuchenbekämpfungsstelle geselecteerd, wat vervolgens een gaskamer bleek te zijn. Bijna niemand overleefde. Tot 20 juli 1943 volgden nog achttien treinen, met daarin ruim 34.000 personen. 71 van hen kwamen uit de Zaanstreek.

Bron: Joods Monument Zaanstreek 
Kater, Josephina (I1803)
 
32 (Research):Verhaal17 NOVEMBER 2015
Froukje Izaks-Drielsma
Door: Marie-José Keijzers
Froukje is een dochter van Aron Hessel Drielsma en Johanna Scheffer. Ze trouwde 6 maart 1886 in Leeuwarden met Maurits de Vries (A'dam, 28 februari 1853 - A'dam, 3 februari 1889).

Kinderen

Johanna, 7 juni 1887 Amsterdam
Betsij, 24 augustus 1888 Amsterdam

Na het overlijden van Maurits hertrouwde ze 12 november 1890 met Joseph Izaks (Sneek, 11 okotber 1962), zoon van Eliazar Izaks en Esther Blok.

Kinderen

Esther, 26 mei 1891 Amsterdam
Hanna, 26 mei 1893 Amsterdam
Alida, 29 april 1895 Amsterdam
Rachel, 21 juni 1898 Amsterdam
Eva, 23 april 1902 Amsterdam

Bron SAA archiefkaart Joseph Izaks 11-10-1862 en archiefkaart Froukje Drielsma 12-11-1859 
Drielsma, Froukje (I3095)
 
33 (Research):Verhaal21 OKTOBER 2011
Mietje Roos-Blok
Door: Winnie van Hasselt
Mietje Roos-Blok was de dochter van Samuel Blok en Hester Odewald. Zij trouwde op 4 juli 1941 te Groningen met Abraham Roos. Haar ouders hebben de oorlog overleefd. 
Blok, Mietje (I1031)
 
34 (Research):Verhaal24 FEBRUARI 2019
Door: Frank


Marcus Salomon (Max) Hartogs, werd geboren in Middelharnis op 23.11.1898. Hij trouwde op 11.12.1934 in Tilburg met Helena Eleonora (Lenie) Kooperberg, op 13.06.1896 geboren in Oosterhout. Uit een eerder huwelijk met Elisabeth Drielsma had Max twee kinderen die, evenals hun moeder, de oorlog overleefden.

Max was, evenals zijn vader Elias, goudsmid. Samen met vader bezat hij de goud- en zilverwinkel aan het Zandpad B269 (nu nr. 70), het grote pand op de foto links. In 1937 trad vader als firmant uit en bleef Max de enige eigenaar.

Marcus Salomon Hartogs werd op 03.11.1942 om gezondheidsredenen naar het ziekenhuis in Dirksland vervoerd en vandaar op 01.02.1943 naar het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis in Amsterdam. Daar slaagde hij erin een vals persoonsbewijs en een onderduikadres te bemachtigen. De avond voor hij naar dat adres zou vertrekken werd hij echter opgehaald voor transport naar Westerbork.
Op 23.03.1943 werd hij van Westerbork gedeporteerd naar Sobibor waar hij op 26.03.1943 werd vergast. 
Hartogs, Marcus Salomon (I2449)
 
35 (Research):Verhaal24 MAART 2018
Gezin Pais
Door: Robby
Abraham Pais en Grietje Drilsma trouwden op 8 mei in hun woonplaats Zaandam, maar verhuisden vijf jaar later met hun driejarige dochter Rebecca naar Wormerveer. Daar kwam in 1935 ook hun tweede dochter ter wereld, Ada. Ze gingen nog even naar Beverwijk, maar vestigden zich in 1938 aan de Insulindelaan 34, waar zoon Aaron werd geboren. Tijdens de bezetting was hun adres Zaanweg 29. Pais had op de Zaanweg 11a een pakhuis.

Hij handelde er in levensmiddelen, scheepsbenodigdheden en oud ijzer. Een krantenfoto uit 1936 toont de heer A. Pais, de bekende handelaar in scheepsbenodigdheden, en Rebecca voor dit magazijn. Bram stond ook bekend als sloper. Hij demonteerde onder meer de gashouder van Wormerveer. Verteld werd dat hij in de oorlog sloepen opkocht van getorpedeerde schepen, om ze voor hergebruik te verkopen. Met de buren ging hij er wel mee spelevaren op de Zaan.

Kinderen die daar zwommen, gaf hij soms een reddingsvest uit zo'n sloep. In maart 1941 kreeg zijn zaak vanwege de Arisierung van Joodse bedrijven een zaakwaarnemer die de bedrijfsleiding overnam. Betty Pais ging naar School B (na de oorlog Herman Gorterschool). Ze was er als Joodse leerlinge vanaf september 1941 niet meer welkom. Met haar eveneens getroffen dorpsgenoten Mendelina en Hartog de Jong gaf ze ten afscheid alle leerkrachten een handje. Dat maakte indruk op de school. De Joodse kinderen kregen daarna nog een tijd les bij Pais thuis. Op 22 april 1942 moesten de Joodse inwoners Wormerveer verlaten. Het gezin Pais kreeg echter toestemming om te blijven, misschien omdat hun bedrijf als kriegswichtig werd gezien. Wormerveerder Klaas Zwart herinnert zich dat zijn vader Rebecca Pais in 1943 stiekem inschreef voor een zwemfeest in zwembad Het Zwet, onder de naam Betty Zonderland.

Het feest verliep voor Rebecca zonder narigheden. Geholpen kan hebben dat badmeester Jan Kuijper verzetsman was. De familie Pais moest op 3 januari 1944 alsnog naar Westerbork, bijna twee jaar na de andere Zaans-Joodse inwoners. Ze liepen naar het station, met alleen hun handbagage bij zich. Abraham Pais lachte en riep: 'Ik kom terug hoor.' Zijn zaak werd voortgezet door de vroegere knecht Anton de Grunt. Sommige eigendommen werden bij anderen in bewaring gegeven.

Zo ontving de familie Corell enkele schilderijen. Het magazijn ging over in de handen van een Treuhandler, een opkoper. Het gezin werd vermoedelijk op 25 januari 1944 in beestenwagens op transport gesteld. Moeder en kinderen werden drie dagen later in Auschwitz geselecteerd voor vergassing.

Ook voor Abraham staan op de Holocaust-websites deze overlijdensdatum en -plaats vermeld. In de overlijdensakte in Wormerveer is echter een correctie aangebracht. Op 11 januari 1954 werd in de kantlijn geschreven: Overleden op 31 december 1944 in Guntergrube in Polen. Deze kolenmijn was een van de kleinere werkkampen van Auschwitz.

Bron: WesterborkPortretten 
Pais, Abraham (I1806)
 
36 (Research):Verhaal7 APRIL 2016
Gezin Abraham Roos
Door: Redactie Joods Monument
Abraham Roos, zoon van Mozes Abraham Roos en Anna van Leer, was evenals zijn vader slager bij de joodse export-slagerij van Van der Sluis aan de Ezingerweg in Meppel. Hij reed vaak op een van de vrachtwagens van het bedrijf om vlees naar de klanten te brengen. Hij trouwde op 4 juli 1941 met Mietje (met de roepnaam Mimi) Blok. Het echtpaar ging wonen in de Papaverstraat 54 in Meppel.

In augustus 1942 moest Abraham Roos zich melden in het werkkamp Linde in de gemeente Zuidwolde. Vandaar werd hij naar Westerbork overgebracht, waar op 3 oktober 1942 ook zijn vrouw Mietje aankwam.

Van Abraham en Mietje zijn brieven bewaard gebleven die zij vanuit Westerbork schreven. Mietje schreef op 13 april 1943 aan familie in Drachten:
"Het valt allemaal niet mee, maar we schikken ons wel, en zijn heel blij, als we voorloopig nog wat hier mogen blijven, en dat hopen we toch. Hoe het hier is, is niet te beschrijven, ellende en nog eens ellende. Maar wij zijn jong en hebben ons werk, dus redden we het wel."

Op 18 mei 1943 werden Abraham en zijn vrouw Mietje op transport gesteld naar Sobibor.
Th. Rinsema, 'Vermoord en vergeten', Oud Meppel. Mededelingenblad van de Stichting Oud Meppel jrg 24 (2002) nr 3, 24-30 
Roos, Abraham (I1030)
 
37 (Research):Verhaal8 MAART 2012
Rebekka Wallega-Pronk
Door: Silvia Carolina Grünebaum
Rebekka Pronk (Abraham Pronk and Johanna Drielsma) married 14-06-1896
in Groningen to:
Jonas Adam Drielsma (Aron Jonas Drielsma and Kaatje Betje Visser)
Rebekka Pronk and Jonas Adam Drielsma
had 2 children:
1) Abraham Aron Drielsma 1897 -1943
2) Aäron Drielsma 1903-1943
Jonas Adam Drielsma passed away 05-04-1929 in Groningen.
Rebekka remarried to: Mozes Elias Wallega 1875-1942 (Elias Isack Wallega and Rebekka Frankfort) 
Pronk, Rebecca (I2014)
 
38 (Research):Zie toegevoegde bronnen. van der Sluis, Schoontje (I557)
 
39 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Hoffmans, Wilhelmus Anthonius (I572)
 
40 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Hoffmans, Wilhelmus Adrianus Joseph (I577)
 
41 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Sjochetsjover, Rebecca Elieser (I652)
 
42 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Levi, Samuel Elkan (I659)
 
43 (Research):Zie toegevoegde bronnen. de Jong Levie, Samuel Elkana (I660)
 
44 (Research):Zie toegevoegde bronnen. van der Sluis, Simon (I676)
 
45 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Coenraads, Rachel (I682)
 
46 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Lezer, Schoontje Andries (I683)
 
47 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Drilsma, Racheltje (I741)
 
48 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Meijer, Sara (I753)
 
49 (Research):Zie toegevoegde bronnen. de Jong, Estella (I768)
 
50 (Research):Zie toegevoegde bronnen. Bachrach, Roosje (I793)
 

      1 2 3 4 5 ... 11» Volgende»